Donderpreken van Ds. Zeldenrust, door Hendrik Klaassens

DS. Zeldenrust ranselt de media.
Parodie op een donderpreek, door Hendrik Klaassens
Gemeente! Op deze dag des Heren wil ik graag met u spreken over de media. Laat ik beginnen met dat woord te definiëren. Want de media wat zijn dat nu eigenlijk? Zijn dat soms zigeunerinnen met fonkelende ogen en een slordig decolleté die met een scrabblespel geesten oproepen? Bedoel ik de Chars en Ogylvies die boodschappen van overledenen overbrengen, zodat het hart van hun nabestaanden verlicht en hun droefheid getemperd wordt? Nee, gemeente, die bedoel ik niet. Wat ik bedoel zijn media zoals daar zijn de krant, de radio, de televisie en tegenwoordig ook het internet. Want dat niet alles wat in uw dagblad staat waar is, zult u ook wel eens hebben opgemerkt.
Stel dat u getuige was van een ongeluk. U hebt bv. gezien dat een Audi op een Fiat botste omdat de Fiat geen voorrang verleende. Er waren twee gewonden. Maar wat stond er de volgende dag in de krant? Daarin stond dat de bestuurder van de Audi schuld droeg aan het ongeval en dat er zelfs een dode te betreuren viel. Is u dat wel eens opgevallen? Ik zie veel mensen knikken. Precies, dat bedoel ik! Gemeente, zo gaat dat maar al te vaak: de media overdrijven de werkelijkheid. Ze geven ons menigmaal een vertekend beeld van wat er is gebeurd. En aangezien liegen een zonde is, moet dit worden veroordeeld. De Schriften zijn daarover volstrekt duidelijk!
Hetzelfde verschijnsel zien we ook op de tv en op het internet. De media vertekenen niet alleen de bestaande werkelijkheid, ze verzinnen ook een nieuwe, die niet aan feiten, maar slechts aan het Swabiaanse brein van de reporter ontsproten is. Geruchten worden als feiten gepresenteerd, en nadat deze breed in de media zijn uitgemeten, klinkt al gauw de roep om galg en rad, zodat de schuldige voor zijn schanddaden wordt gestraft. Gemeente: is dat terecht? Mogen we mensen zo behandelen? Mogen we iemand, die niet door de strafrechter is veroordeeld en wiens schuld aan het één of ander nog helemaal niet vaststaat, al bij voorbaat aan de digitale schandpaal nagelen? Is dat niet even erg als brandstapel en blok uit de Middeleeuwen, die we allemaal uit onze geschiedenisboekjes kennen?
Een paar jaar geleden ging op Hyves het gerucht dat Joran van der Sloot zou zijn opgedoken in Drachten. Hij zou daar wonen in een flatje. In een mum van tijd had zich een joelende menigte, voorzien van fietskettingen en honkbalknuppels, rondom het gebouw verzameld. Ze wilden de man, die toevallig dezelfde naam droeg als de moordenaar, mores leren. Gelukkig kon dat nog worden voorkomen. Toch had het maar een haar gescheeld. Kijk gemeente, zo werken in het ongunstigste geval de media. Dat betekent niet dat alle websites vol leugens staan, maar wel dat we waakzaam moeten blijven. De ene site is de andere niet, en tussen kranten bestaan grote verschillen. Maar er is wel een tendens waarvoor we op moeten passen.
Veel
mensen leiden namelijk een ongelukkig leven. Ze zijn niet wie ze graag zouden willen
zijn. Hun bestaan sleept zich in onbeduidendheid voort. Hun vrouw zeurt hen om
de kop, hun man is meestal dronken. De kinderen hebben een te grote mond, de
ziekenfondspremie rijst de pan uit. Wat schenkt in zon geval meer vreugde dan
te zwelgen in fantasieën over een witgepleisterde miljonairsvilla, gelegen in
een bosrijk perceel met lange oprijlaan? Wie zou niet graag even beroemd en
geliefd willen zijn als Bill Gates, Donald Trump of Madonna?
De media reiken ons voorbeelden van zon gewild leven aan. We dromen bij deze
schijngestalten weg! Maar tegelijkertijd blijven we ons al die tijd nietig voelen.
Het verschil tussen ons leven en het hunne blijft immers bestaan! Daarom zijn
we jaloers op de mensen die we bewonderen: waarom zij wel en wij niet?
Gemeente, kent u dat gevoel? En het is vanwege dat gevoel, die jaloezie, dat we
voortdurend op zoek zijn naar buitenechtelijke avontuurtjes, foute
onkostennotas en jeugdzonden van dezelfde mensen, die we eerst op een voetstuk
hadden geplaatst. Ze zijn dan wel beroemd, maar
En dan sommen we al hun falen
en feilen op. Zo breekt onze jaloezie baan en in een mum van tijd worden
reputaties geruïneerd, mensen beschadigd en verhoudingen in schandalen verstikt.
Waar lezen we dat allemaal? In de media!
Gemeente, zo is menigmaal de gang van zaken op aarde! De mensheid tracht de
sterren te bereiken, maar heeft ondertussen geen weet van een leven na den
dood. Zij wil andere planeten verkennen, maar is ondertussen bezig haar eigen
woonstede met industrieel geweld te verwoesten. Hoe ver is het met ons gekomen!
Laten we ons daarom verootmoedigen en tot slot van deze verkondiging zingen uit
de bundel van Johannes de Heer lied 321, de verzen 8, 9 en 10. Bij de uitgang
is er een collecte voor de Zonnebloem. Ik wens u verder een heerlijke zondag!

De donderpreek van DS. Zeldenrust over het kerstgevoel
Kerst 2011. Wat komt er bij u op als u die woorden
hoort? Maken ze u een beetje blij omdat we dan het feest van de vrede vieren,
van de geboorte van Jezus Christus? Of maken ze u misschien verdrietig, zo van:
weer een jaar voorbij en wat schieten we ermee op? Ziet u nog licht in de
duisternis - licht dat overvloedig pinkelt in de grote kerstboom die vooraan in
de kerk staat opgesteld?
Gemeente! We horen overal spreken over de crisis. De beurskoersen dalen, de
werkloosheidscijfers stijgen, de zorg gaat achteruit. En ondertussen blijven
bankiers torenhoge salarissen en bonussen incasseren. Maar gemakkelijker zal
een kameel door het oog van de naald kruipen dan een rijkaard ingaan in het
koninkrijk des Heren; dat weten wij uit de Schriften! Ook kennen we de
gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus. Zegt u mij: wie van die twee
was uiteindelijk beter uit? Was dat soms de rijkaard die zwolg in het aardse
genot? Of was dat de arme man, aan wie aalmoezen werden toegeworpen terwijl hij
in lompen gehuld bij de stadspoort zat?
Broeders en zusters: wij kennen het antwoord! Deze rijke schelmen echter zullen
het antwoord pas vernemen als ze aankomen in het rijk waar het vuur niet dooft
en de worm niet sterft! Begerig verzamelen zij zich nu schatten op aarde. Het
enige waar hun verdorven hart naar uitgaat is het najagen van hun ego en het
verwerven van bezit. Hun zielenheil offeren zij daaraan op! En mocht soms in
hun bange hart de vraag opkomen of er méér is na de dood, zodat zij na dit
kortstondige bestaan met de gevolgen van hun daden worden geconfronteerd, dan
grijpen zij naar Dick Swaab. U weet wel, dat is de man, de wetenschapper, die
een boek schreef met de omineuze titel "Wij zijn ons brein".
Toegegeven: deze geleerde heeft jaren lang studie gemaakt van de werking van de
hersenen. Dat is knap. Hij heeft onderzocht hoe de zintuigen signalen sturen
naar onze hersenpan. Hij weet welke vonkjes er in onze grijze cellen
overspringen. Chapeau meneer Swaab! Ook deed hij onderzoek naar de werking van
ons geheugen. Na al die noeste arbeid concludeert hij echter: wij zijn ons brein!
Wat bedoelt hij daarmee? Bedoelt hij daarmee dat de mens uit niet meer dan zijn
hersenen bestaat en de rest van ons lichaam slechts een optische illusie is? Of
moeten we het misschien zo opvatten dat ons lichaam in feite één groot brein is
zonder wij ons daar ooit van bewust waren?
Nee, gemeente, nee, dat bedoelt hij niet! Wat hij éigenlijk bedoelt - knoop dat
goed in uw christelijke oren! - dat is dat wij het niet zélf zijn die denken,
maar dat het onze hersenen zijn die bepalen wát wij denken en hóe wij denken.
Om het heel deftig te zeggen: "Ons bewustzijn is het product van onze
hersenfuncties". Niks vrije wil, niks eigen keuzes, niks leven na de dood.
Onze vrije wil is volgens deze snaak niet meer dan een illusie.
Waar blijft dan de vrije geest van God? Waar blijft dan nog onze vrije keus om
te kiezen tussen een leven vóór en een leven tégen Christus? Waar blijft dan
ons vooruitzicht op een eeuwig leven in gelukzaligheid, verenigd met onze
geliefden die ons voorgingen in den dood?
Kerst 2011. En er zijn nog méér groepen die dwaallichten achterna rennen, blind
voor het licht van het Christuskind dat ons geboren is. Zo zijn er velen die
menen dat het in het komende jaar, dat binnenkort aanbreekt, met de mensheid
afgelopen is. Deze lieden geloven in de 2012-gedachte. Een komeet zal volgens
hen de aarde verwoesten, of - en ook dat komt voor - onze wereld transformeren
tot een paradijselijke plaats van vrede en onbelemmerde contacten met den
geestenwereld. Daarbij baseren zij zich op de Mayakalender. Maar de Maya's -
waren dat niet de indianen die het hart van hun overwonnen vijanden uitrukten
en offerden aan hun zonnegod? Wat voor wijsheid kunnen wij van deze lieden
verwachten?
O mensheid, besef dan toch dat de ware vrede slechts in uw eigen hart - dat met God verbonden is - gevonden
kan worden ! De enige kalender die wij van node hebben
is die, welke gericht is op het goddelijke leven in ons binnenste! Verdraagt
elkander, ook zij die in duisternis dwalen. Want allen zoeken wij diep in ons
binnenste het licht - het licht dat weldra voor ons schijnt als kerst, het
mooiste en diepzinnigste aller feesten, aangebroken is!
Ik wens u allen tot slot gezegende Kerstdagen, een fijne jaarwisseling - denk
om het vuurwerk! - en tot ziens in het nieuwe jaar!

De preek van DS. Zeldenrust over de knuffelkat
Gemeente! Op deze zonnige
dag in oktober wil ik met u spreken over iets wat tegenwoordig de aandacht van
heel veel mensen opslokt: het internet. Hoe velen onder u brengen niet
dagelijks uren achter het scherm door, surfend, bloggend, chattend of misschien
wel erger? Natuurlijk: het wereldwijde web is een groot goed. Heel veel
berichten kunnen er in een ommezien mee worden verstuurd. Er kunnen zelfs
levens mee worden gered. Wij danken de hemel dat deze vorm van communicatie er
heden ten dage is! Echter, er zijn ook grote gevaren aan dit moderne medium
verbonden. Laat ik u een verhaal vertellen om duidelijk te maken wat ik daarmee
bedoel. Daarna zult u een geheel andere blik op uw digitale scherm werpen, áls
u al bereid bent er ooit nog acht op te slaan.
Zo was er eens een knuffelkat. Nee, geen pluche beest van Bart Smit, zon
bruin, pluizig geval met twee kraaloogjes, nee, een fanatieke blogger met die
bijnaam, iemand die zijn leven zittend achter het scherm doorbracht. Nu had
deze knuffelkat een voorliefde voor jonge vrouwen. Daarom had hij op een
sociaal medium, genaamd het Netwerk, een pagina gebouwd waarop hij reclame voor
zichzelf maakte. "Ik ben de grote knuffelkat, zo stond er met grote letters te
lezen, "en ik deel warmte en gezelligheid uit aan een ieder die het maar wil.
Heb je behoefte aan liefde, ben je verdrietig, zoek je troost? Wil je dat ik
voor je bid? Kom maar, schat, dan krijg je een poot van mij, de grote
knuffelkat!.
Gemeente, weet u wat er gebeurde? Nee? Ik zal het u zeggen: heel veel jonge
vrouwen meldden zich bij hem aan. Natuurlijk werden zij verwelkomd door de
grote knuffelkat. Maar kregen zij de liefde die hen was beloofd? Op welke wijze
werden zij getroost? Sloeg hij een vaderlijke poot om hun lieftallige hals?
Uit de Heidelbergsche Catechismus kennen wij de natuur van de mens: vies,
duister en zondig. Zonder de reddende hulp van boven zijn wij gans verloren! En
deze mens nu was zondig, hoewel hij in den Heer geloofde. Hij richtte zijn
gebeden tot de hemel, maar ontving antwoord uit de hel. Zo luisterde hij eerst
naar de klachten en problemen van zijn beschermelingen ruzies met vriendjes,
moeilijkheden met leraren en de menstruatie, u kent dat wel maar gaandeweg
verslapte zijn aandacht. Dan begon hij over hen te fantaseren. En zoals dat
gaat met mensen van deze wereld werden zijn fantasieën steeds woester en
onstuimiger. O mensheid, hoe ver is het met u gekomen dat tal van mensen, oud
en jong, zich aan deze vunzige geneugten overgeven?! Verleidingen zijn er
zonder naam en tal, en de mogelijkheden breiden zich nog immer uit!
En zo gleed de aandacht van de grote knuffelkat van zijn hart naar zijn handen
om tijdens het mailen te doen wat zijn duistere driften hem ingaven. Hij beging
de moeder aller zonden! De knuffelkat schrok en zag in wat hij deed. Hij
begreep dat zijn hand hem tot zonde had verleid. Maar deed hij daarop boete?
Richtte hij zijn zondige schreden weer naar de Heer? Ging hij op zijn knieën om
de zonde van het vlees te belijden?
Gemeente, ik zal u niet langer in spanning laten: nee, deze mens beleed zijn
zonden niet! Integendeel: steeds groter werd de schare van de jonge vrouwen die
tot zijn kennissenkring behoorden. Hij sloeg fotos van hen op zijn apparaat op
en begon zijn vriendinnetjes te sms'en. Sommigen waren daar niet van gediend,
want het waren er wel vijftig op een dag!
Zo kon het gebeuren dat een jonge vrouw, die door zijn digitale boodschappen
werd achtervolgd, de autoriteiten benaderde met het verzoek de gangen van de
knuffelkat na te gaan. De wetsdienaren trokken daarop zijn gangen na en
noteerden alles in hun digitale opschrijfboekjes. Toen de zaak rond was, werd
een aanklacht ingediend: de grote knuffelkat was er gloeiend bij! De man moest
voorkomen en werd wegens stalken tot vier maanden cel veroordeeld.
In het gevang geschiedde echter een wonder: hij zwoer zijn kwalijke praktijken
af. Zo werd het huis van bewaring voor hem een behouden huis. Laten we de Heere
danken voor de ommekeer in zijn levenswandel. En, beste gemeenteleden, kijkt:
daar op de eerste rij zit de knuffelkat. Hij is een waarachtig mens geworden en
dient nu van ganser harte God!
Laten we tot slot van deze overdenking zingen uit de bundel van Johannes de
Heer lied 345, de verzen 3, 4 en 5. Daarna is er een collecte voor de reparatie
van het dak van dit godshuis. Wees bij het verlaten van de kerk dit getuigenis
indachtig. En eh
niet te veel internetten, want dan verleidt uw oog uw hand
tot zonde. Ik hoop dat u de boodschap hebt begrepen, wel voor de drommel!