Paramahansa
Yogananda werd omschreven door zijn geliefde leerling Rajarsi
Janakananda als een Premavatar ofwel "een incarnatie van Liefde”. In het
volgende stuk proza, geschreven in 1936 spreekt Paramahansa over zijn
eigen zoektocht naar goddelijke Liefde, gevolgd door zijn verzoening,
zijn eenwording, met God als Liefde.
"I am in love with Love alone”
Ik zocht liefde in
vele levens. Bittere tranen van afscheiding en berouw heb ik vergoten om
eindelijk te weten wat Liefde is. Ik offerde alles op, alle
gehechtheden en illusies om tenslotte tot de ontdekking te komen dat ik
alleen maar de Liefde van God, God’s Liefde, liefheb. Toen dronk ik
Liefde door alle ware harten. Ik zag dat Hij het Enige Alomvattende
Kosmische Wezen is die Liefde geeft, die Lief heeft; die Ene trillende
Geur die hangt en naar boven komt in alle bonte soorten bloemen van
liefde in de tuin van het leven.
Vele
zielen vragen zich droevig en hulpeloos af, waarom liefde van het ene
naar het andere hart vlucht. Ontwaakte zielen realiseren zich dat het
hart niet grillig is in zijn liefde voor andere harten, maar slechts de
Ene GodLiefde liefheeft die in alle harten huist.
De
Heer fluistert eeuwig en altijd zacht naar jou: Ik ben Liefde, maar om
het geschenk van Liefde en het schenken daarvan te kunnen ervaren,
verdeelde Ik Mij in drieën: Liefde zelf, degene die liefheeft en de
geliefde. Mijn (Goddelijke) Liefde is prachtig, puur, eeuwig en altijd
heerlijk en Ik proef er op vele manieren van, door vele vormen.
Als
vader drink Ik eerbiedige liefde uit de diepe bron van het hart van
mijn kind. Als moeder drink Ik de nectar van onvoorwaardelijke liefde
uit de zielenbeker van de kleine baby. Als kind drink Ik en voel Ik de
beschermende liefde van vaders rechtvaardige rede. Als zuigeling drink
Ik zonder enige bijbedoeling uit de heilige graal van moederlijke
aandacht. Als meester drink Ik genegenheid uit de veldfles van de
bedachtzame attenties van de bediende. Als bediende nip ik eerbiedig van
de liefde uit de bokaal van meesters waardering. Als goeroe geniet Ik
van de pure liefde uit de kelk van de leerling die zich in devotie
geheel overgeeft. Als vriend drink Ik uit de als vanzelf klaterende
fonteinen van spontane liefde. Als een goddelijke vriend drink Ik met
grote teugen het kristalheldere water van kosmische Liefde die
ontspringt uit het reservoir van alle harten die God aanbidden.
Slechts
de Liefde heb Ik lief, maar Ik sta mijzelf toe om te worden misleid
wanneer Ik als vader of moeder slechts aan het kind denk en voor hem
voel; wanneer Ik als geliefde mijn liefde slechts laat uitgaan naar mijn
beminde; wanneer ik als bediende alleen leef voor de meester. Maar
omdat Ik slechts de Liefde liefheb, breek Ik uiteindelijk door deze
misleiding van Mijn ontelbare gezichten van het menselijke ‘zelf’ heen.
Om die reden breng Ik de vader over naar het astrale land wanneer hij
vergeet dat het Mijn Liefde is en niet die van hem, die het kind
beschermt. Om die reden haal Ik de baby van de borst van de moeder,
opdat zij leert dat het Mijn Liefde is die zij in hem aanbad. Ik
ontfutsel de beminde weg van hem die zich verbeeldde dat zij het was die
hij liefhad, anders dan Mijn Liefde die in haar antwoordde.
Op
die manier speelt Mijn Liefde verstoppertje in alle mensenharten, zodat
iedereen de kans krijgt om Mijn Liefde zelf te leren ontdekken en
vereren en niet de tijdelijke menselijke ontvangers van Mijn Liefde.
Zodat iedereen in staat is om Mijn Liefde te ontdekken en vereren die
danst van het ene naar het andere hart.
Mensen
bedelen bij elkaar vanwege het "Hou van mij alleen” en dus maak ik hun
lippen koud en verzegel ze voor altijd zodat zij die onwaarheid niet
meer kunnen uitspreken. Omdat zij allemaal Mijn kinderen zijn, wil Ik
dat zij de opperste waarheid spreken: "Hou van de Ene Liefde in ieder
van ons”. Aan een ander te zeggen, "ik hou van jou” is vals tot het
moment dat jij de waarheid beseft: "God als de Liefde in mij houdt van
Zijn Liefde in jou”.
De
maan lacht om al die miljoenen goedbedoelende beminden die onbewust en
onwetend aan hun geliefden de leugen vertelden: "ik hou eeuwig en altijd
van jou”. Hun schedels zijn verstrooid over de winderige zandvlakte van
de Eeuwigheid. Ze kunnen hun adem niet meer gebruiken om te zeggen "ik
hou van jou”. Ze kunnen hun belofte om eeuwig en altijd van elkaar te
houden niet meer herinneren noch inlossen.
Zonder
één woord te spreken heb Ik jullie altijd liefgehad. Alleen Ik kan
zeggen, "Ik heb je lief”, want Ik hield al van je van voor je was
geboren; mijn Liefde geeft jou leven en bezielt je zelfs op dit
ogenblik; en alleen Ik kan jou liefhebben nadat de poorten van de dood
jou hebben opgesloten waar niemand, zelfs niet degene die jouw grootste
liefde was, jou ooit kan bereiken.
Ik
ben de Liefde die menselijke poppen laat dansen aan koorden van emoties
en instincten, om het drama van liefde uit te spelen op het
schouwtoneel van het leven. Mijn Liefde is prachtig waar je eeuwig van
kunt genieten wanneer je alleen daarvan houdt; maar de levenslijn van
jouw vrede en vreugde wordt afgesneden wanneer je in plaats daarvan
verstrikt raakt in menselijke emoties en gehechtheden. Besef, Mijn
kinderen, het is Mijn Liefde waarnaar je hunkert!
Diegenen
die Mij liefhebben in de vorm van één enkel persoon of die Mij
onvolmaakt liefhebben in één persoon, weten niet wat Liefde is. Alleen
zij die Mij wijs, onberispelijk, compleet, in totale overgave liefhebben
weten wat Liefde is; slechts diegenen die Mij volmaakt en in gelijke
mate in alles liefhebben en die Mij volmaakt en in gelijke zin als alles
liefhebben, weten wat Liefde is.
Uit ‘The Divine Romance’ door Paramahansa Yogananda |